Javascript must be enabled for the correct page display
Faculty of Medical Sciences

Osteoradionecrose : Een retrospectief cohortonderzoek in de periode 1992-2008 naar ontstaanswijze en ziektebeloop van een groep patienten met vastgestelde osteoradionecrose in het hoofd-halsgebied.

Uslu, A. (Ayse) (2009) Osteoradionecrose : Een retrospectief cohortonderzoek in de periode 1992-2008 naar ontstaanswijze en ziektebeloop van een groep patienten met vastgestelde osteoradionecrose in het hoofd-halsgebied. thesis, Dentistry.

Full text available on request.

Abstract

1. Wat is er in de literatuur bekend over de definitie, de epidemiologic, de risicofactoren, de pathofysiologie, en de preventie en behandeling van ORN? Osteoradionecrose (ORN) is een vorm van necrose van het kaakbot die gerelateerd is aan radiotherapie waarvan nog geen uniforme definitie in de literatuur vermeld wordt. De incidentie van ORN varieert van 2,2 tot 22,2% in de mandibula; en in maxilla 2 tot 11%. De mandibula is het meest aangedaan alhoewel ORN in elk bestraald bot in het lichaam kan ontstaan. ORN kan zowel door trauma als spontaan ontstaan. In 30% van de gevallen treedt ORN spontaan op, binnen 1 jaar na de bestralingsbehandeling en komt meestal voor bij patienten van hoge leeftijd en bij een bestralingsdosis >40Gy. De traumatische vorm kan in tegenstelling tot de spontane vorm tot jaren na radiotherapie ontstaan en de kans daarop is levenslang. De kans dat ORN ontstaat, is het grootst in het 1 ste jaar na de bestraling, maar het risico blijft permanent aanwezig. Er zijn tal van factoren die met het risico op ORN geassocieerd worden: de patient actoren (medicatie, voedingstoestand, BMI, intoxicaties, mondgezondheid), de tumorfactoren, de radiotherapie, de pathologische dentale factoren na de radiotherapie en chirurgische ingrepen na de radiotherapie. Er zijn verschillende theorieen over de pathofysiologie van ORN beschreven. De 3-H theorie van Marx als verklaring voor het ontstaan van ORN wordt het meest geaccepteerd. Volgens 3- H theorie zou ORN ontstaan uit een deficiente cellulaire turnover als gevolg van de radiotherapie en deficiente collageensynthese in een hypoxische, hypovasculaire en hypocellulaire omgeving waarin weefselafbraak grater is dan de herstelcapaciteit vlh beschadigde weefsel. Preventie van ORN is van groat belang, omdat de behandeling van ORN een gecompliceerd proces is dat niet altijd genezen kan worden. Als ORN zich, ondanks aile voorzorgmaatregelen toch ontwikkelt, verloopt de behandeling ervan vaak gecompliceerd. Sequestrotomie is vaak noodzakelijk, gecombineerd met een langdurige behandeling met antibiotica en hyperbare zuurstof (HBO). Een nieuwe behandelstrategie bij het behandelen van ORN is gebaseerd op fibro-atrofische pathogenese theorie van ORN waarbij Pentoxifylline, Vitamine E en Clodronate toegepast worden. 2. Kunnen nit een retrospectieve analyse van een bekende populatie ORN patienten de patientenfactoren, algemene gezondheid, mondgezondheid, tumorfactoren, bestralingsgegevens, etiologie van ORN, de risicofactoren, bet ziektebeloop, de behandeling en de resultaten van de behandelmethoden geidentificeerd en geevalueerd worden? Deze cohortstudie hestand uit 43 patienten( 25 mannen en 18 vrouwen) die in aanmerking kwamen voor behandelen van 0 RN, op een gemiddelde leeftij d van 58 j aar. Er is een significante correlatie gevonden tussen de BMI (Body Mass Index) waarden bij aanvang van 2 de operatie, radiotherapie en ORN. Bij 40% van de patienten is een slechte voedingstoestand (BMI <18,5) geconstateerd. De algemene gezondheid van de patienten werd naast de tumorbehandeling gecompliceerd door volgende co-morbiditeit: de hartstoornissen (30%), alcoholabusis (16,3%), anemie (9,3%), artrose (9,3%), hyperthyreoidie (7%), diabetes mellitus (7%), leverstoornissen en nieerstoornissen (5%), osteoropose (2%) In de literatuur wordt een associatie tussen deze co-morbiditeit en het ontstaan van ORN gerapporteerd. Na de radiotherapie hadden ORN- patienten weinig veranderingen vertoond in rookgedrag en alcoholconsumptie. Bij 72% van de patienten werd rook -en alcoholgedrag voortgezet. ORN kwam in meer dan de helft van de gevallen (56%) bij edentate patienten voor en 44% bij (partieel-) dentaten. Bij 30% van de gevallen was een matige mondhygiene gedocumenteerd, terwijl bij 70% een slechte mondhygiene geconstateerd was. ORN werd in het merendeel van de gevallen gezien bij het tumortype carcinoom 95% en slechts in 5% bij een melanoom. Meer dan de helft van de gevallen werd ORN gezien bij tumoren in de mondholte (54%), gevolgd door oropharynx (12%), de speekselklieren (12%) en de bijholten (7%). ORN werd met name bij een TNM stadium van 2-4 gezien. De tumorbehandeling bestond in 86% (N=37) uit een gecombineerde behandeling van chirurgie en radiotherapie, in 9.3% uit primaire radiotherapie en in 4.7% uit een combinatie van chemotherapie en radiotherapie. ORN kwam m.n. voor bij geopereerde patienten bij wie een fascio-cutane lap (30%) ingebracht was. Er lijkt een relatie te bestaan tussen de therapie-intensiteit van de tumorbehandeling en ORN. Bij 86% van de geopereerde patienten in het tumorgebied bestond een relatie tussen de locatie van het geopereerde gebied en ORN. ORN ontstond gemiddeld na 33 maanden na de radiotherapie bij een gemiddelde totale bestralingsdosis van 65 Gy. ORN was in 86% van de gevallen in de mandibula, met name in het corpus mandibulae ontstaan en in 9% in de maxilla. In twee gevallen (4,5%) ontstond ORN elders anders. Bij een patient kwam ORN zowel in de maxilla als in de mandibula voor doordat beide kaken in het bestralinggebied lagen. Bij 15 van 38 ORN- patienten in de mandibula is een pathologische fractuur ontstaan (39,5%). Pijn en zwelling waren in respectievelijke 97,7% en 75% van de gevallen aanwezig, terwijl bij 61,4% ulcus/fistel en bij 57% trismus geconstateerd was. In 91% van de gevallen was er een causaal verband aanwezig bij de etiologie van de ORN. De oorzaak van ORN bestond in 66% van de gevallen uit een trauma. In 9% van de gevallen was ORN spontaan opgetreden, terwijl bij 25% gerelateerd was aan de pathologische dentale factoren. De behandeling van ORN bestond uit bij 73% uit een gecombineerde behandeling van hyperbare zuurstof (HBO) en chirurgie (lokale sequestrotomie of grotere resectie in narcose. Bij 9,1% werd alleen HBO gebruikt en bij 2,3% (N=1) alleen antibiotica (AB) behandeld. Na de behandeling hadden 66% van de patienten een stabiele gezonde situatie bereikt. De tijdsduur totdat ORN stabiel was geworden, bedroeg ongeveer 22 maanden. Er zijn in totaal16 van de 43 patienten (37%) overleden, waarvan een gestorven is aan de emstige gevolgen van ORN. Uit deze studie is duidelijk geworden dat een kritische blik van de behandelaars noodzakelijk is om tijdig in te grijpen bij potentiele foci. Een regelmatige follow-up, het waarborgen van een goede mondgezondheid en atraumatische chirurgische ingrepen onder profylactische maatregelen zijn groat van belang om ORN te voorkomen. Optimalisatie van de voedingstoestand (BMI) en begeleiden van de patient bij het stoppen met roken en alcohol zouden de kans op het ontstaan van ORN mogelijk kunnen verkleinen.

Item Type: Thesis (Thesis)
Supervisor name: Witjes, Dr. M.J.H. en and Roodenburg, prof.dr. J.L.N. and Afdeling Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde, UMCG
Faculty: Medical Sciences
Date Deposited: 25 Jun 2020 10:58
Last Modified: 25 Jun 2020 10:58
URI: https://umcg.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/1816

Actions (login required)

View Item View Item