Javascript must be enabled for the correct page display
Faculty of Medical Sciences

Therapietrouw bij patiënten met constitutioneel eczeem

Diggele, Olivier (2009) Therapietrouw bij patiënten met constitutioneel eczeem. thesis, Other studies (UMCG).

[img] Text
Scriptie_Olivier_van_Diggele.pdf

Download (388kB)

Abstract

Inleiding Therapieontrouw is één van de belangrijkste oorzaken van verminderde effectiviteit van een groot aantal behandelingen. Van de patiënten met chronische aandoeningen gebruikt 50 tot 70% geneesmiddelen te kort of onzorgvuldig om werkzaam te kunnen zijn. Ook patiënten met constitutioneel eczeem, meestal behandeld door middel van zalven, zijn doorgaans weinig therapietrouw. De vraag van de afdeling dermatologie is, welke factoren een rol spelen bij therapietrouw bij deze groep patiënten. Methode Kwalitatief onderzoek met behulp van semigestructureerde interviews bij twaalf eczeempatiënten van de afdeling Dermatologie van het UMCG. De patiënten waren achttien jaar of ouder en minimaal één keer bij een dermatoloog van het UMCG geweest. De patiënten kregen één of meerdere hormoon- en of vette zalven voorgeschreven. Resultaten Attitudes die therapietrouw negatief beïnvloeden zijn: angst voor huidverdunning, ongeloof in de behandeladviezen en wanneer de zalf als vies en vervelend wordt ervaren. Familie, vrienden en kennissen bevorderen therapietrouw door positieve verhalen over de zalf, door steun in de vorm van herinneringen om te smeren en praktische hulp bij het smeren. Therapieontrouw bevorderend zijn advies over alternatieve middelen, schaamte en overdreven verhalen over de hormoonzalf. De inschatting van een patiënt om een bepaald gedrag te vertonen (en dus therapietrouw te zijn) wordt mogelijk verlaagd wanneer er sprake is van onbereikbare plekken, een verwarrende hoeveelheid tubes, het niet altijd voorhanden zijn van de zalf en frustratie over de chronische aard van het eczeem. De huisarts, dermatoloog en apotheker zorgen mogelijk voor therapieontrouw wanneer zij er niet op ingaan als de patiënt van mening is dat de behandeling onvoldoende effect heeft. De wil om te smeren, leidt niet altijd tot daadwerkelijk smeergedrag. Vergeetachtigheid speelt hier een belangrijke rol. Opvallend is de wisselwerking met de ernst van het eczeem: patiënten die meer overlast ervaren, lijken minder snel geneigd te zijn om het smeren te vergeten. Naast vergeetachtigheid zijn er barrières die verhinderen dat de wil om te smeren in gedrag uitmondt. Barrières kunnen optreden als het eczeem op onbereikbare plekken zit, als iemand dient te smeren maar de zalf niet bij de hand heeft en bij zwangerschap. Vaardigheden verhogen de kans dat de wil om te smeren, uitmondt in daadwerkelijk gedrag. Vaardigheden doet men op door het consult bij de huisarts en dermatoloog, maar ook bij de apotheek. Aanbevelingen Voor het vinden van oorzaken van therapieontrouw moet niet alleen worden gekeken naar de patiënt, maar ook naar de betrokken professionals, zoals de dermatoloog. Het wegnemen van de schuldvraag bij de patiënt zou ertoe kunnen leiden dat patiënten meer openlijk gaan praten over hun medicatiegebruik. Een tweede aanbeveling, die uit het voorgaande voortvloeit, is betere voorlichting. Deze voorlichting zou kunnen bestaan uit een uitleg waarin ook de langere termijn aan bod komt en de mogelijkheid om na verloop van tijd nog eens na te lezen of te vragen wat het behandeladvies precies was.

Item Type: Thesis (Thesis)
Supervisor name: Ploeg, drs. T.D.A. van der
Supervisor name: Jansen, dr. D.E.M.C. and Mulder, dr. H.C.
Faculty: Behavioural and Social Sciences
Keywords: Constitutioneel eczeem, Therapietrouw
Date Deposited: 25 Jun 2020 10:47
Last Modified: 25 Jun 2020 10:47
URI: https://umcg.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/859

Actions (login required)

View Item View Item