Smulders, Ing P.J.H.M. (2016) Hypothyreoïdie en röntgenologische afwijkingen in het orofaciale gebied. thesis, Dentistry.
Text
SmuldersPJHM.pdf Restricted to Registered users only Download (15MB) |
Abstract
Bij tumoren in het hoofd-halsgebied zijn er diverse behandelingen mogelijk. Een van de mogelijke behandelingen is radiotherapie. Als bijwerking van radiotherapie kunnen patiënten een hypothyreoïdie ontwikkelen. Hypothyreoïdie is een verminderde werking van de schildklier. Als toevalsbevinding zijn er door Drs. J.M. Schuurhuis, gedurende haar promotie onderzoek, periradiculaire radiolucenties in de gehele mandibula aangetroffen bij een tweetal in het hoofd-halsgebied bestraalde patiënten. Dit beeld leek te passen bij een hyperthyreoïdie. Beide patiënten in kwestie bleken echter een hypothyreoïdie te hebben. Daarom was verder onderzoek wenselijk. Er is begonnen met het zoeken in de bestaande literatuur om te kijken of er een relatie te vinden was tussen de hypothyreoïdie en de röntgenologische afwijkingen. De gehele onderzoekspopulatie is in dit onderzoek retrospectief bekeken: er is een analyse uitgevoerd naar het aantal patiënten ontwikkelden die een hypothyreoïdie ontwikkelden op basis van serologische parameters TSH en FT4; Vervolgens werd een analyse uitgevoerd van de vervaardigde OPG’s t.a.v. afwijkingen van het kaakbot. Verder is er gekeken naar de mogelijke invloed van de therapeutische stralingsdosis in de mandibula, de locatie van de tumor en het histologische type van de tumor. Er is gekozen voor het aanbrengen van een standaard opbouw in de scriptie: inleiding, materiaal en methoden, resultaten, discussie en een conclusie. Voor het literatuuronderzoek is er gebruik gemaakt van diverse boeken en publicaties welke beschikbaar waren via Pubmed, EMBASE, Cochrane Reviews. Voor het retrospectieve deel van het onderzoek waren de gegevens die werden gebruikt in dit onderzoek reeds bekend. Deze werden in het kader van dit onderzoek uit poliplus gehaald. Daarna werden ze op verschillende manieren verwerkt om de gegevens bruikbaar te maken voor dit onderzoek. Er bleek in de literatuur geen verklaring te vinden voor de mogelijke relatie tussen hypothyreoïdie en periradiculair botverlies in de mandibula. Uit de resultaten blijkt dat hypothyreoïdie geen aantoonbare invloed heeft op het ontstaan van periradiculaire radiolucenties in de mandibula. De periradiculaire radiolucenties op de OPG manifesteren zich tot dusverre met name tussen de eerste molaren. Negen patiënten uit de onderzoeksgroep ontwikkelden een hypothyreoïdie en 5 ontwikkelden een subklinische hypothyreoïdie. Bij 5 van de 63 patiënten bleken er periradiculaire radiolucenties in de mandibula te vinden op de OPG’s. Niet alle patiënten met de periradiculaire radiolucenties in de mandibula hadden een hypothyreoïdie ontwikkeld. Twee van de 5 patiënten ontwikkelden geen hypothyreoïdie. Het aantal patiënten in de onderzoeksgroep dat een hypothyreoïdie ontwikkelde na radiotherapie in het hoofd-halsgebied kwam overeen met de aantallen die worden beschreven in de literatuur. De onderzoeken zijn niet goed te vergelijken wegens afwijkende inclusiecriteria, schaalgrootte en methodologie. Er is geen enkele aanwijzing gevonden dat het periradiculaire botverlies in de mandibula gerelateerd is aan hypothyreoïdie. Er blijkt wel een relatie te zijn tussen de totale stralingsdosis op de mandibula en het ontwikkelen van de röntgenologische afwijking. Verder biedt dit onderzoek diverse aanknopingspunten voor verder onderzoek.
Item Type: | Thesis (Thesis) |
---|---|
Supervisor name: | Schuurhuis, drs. J.M. and Spijkervet, Prof. dr. F.K.L. |
Faculty: | Medical Sciences |
Date Deposited: | 25 Jun 2020 10:39 |
Last Modified: | 25 Jun 2020 10:39 |
URI: | https://umcg.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/42 |
Actions (login required)
View Item |