Javascript must be enabled for the correct page display
Faculty of Medical Sciences

Variatie in consulten met chronisch zieken : Is een model voor kenmerken van vroege consulten met chronisch zieken ook geldig voor de late consulten?

Woolderink, Margot (2008) Variatie in consulten met chronisch zieken : Is een model voor kenmerken van vroege consulten met chronisch zieken ook geldig voor de late consulten? thesis, Other studies (UMCG).

[img] Text
Woolderink2008vierkant.pdf

Download (440kB)

Abstract

Inleiding Vanwege de toename van het aantal chronisch zieken in Nederland is het noodzakelijk dat men hierop inspeelt in onderwijs en opleiding van medici. Pols heeft eerder onderzoek gedaan naar kenmerken van vroege consulten met chronisch zieken en heeft daarover een model ontwikkeld.1 Hierin komen de factoren aan bod die zorgen voor variatie tussen consulten. Pas wanneer dit model getoetst is voor late consulten met chronisch zieken is het mogelijk bruikbaar in het opleidingscontinuüm van artsen. Het doel van dit onderzoek is dan ook het model voor vroege consulten te valideren voor late consulten met chronisch zieken. Methode Literatuuronderzoek met aansluitend observaties tijdens consulten en tien semi-gestructureerde interviews met artsen uit verschillende lijnen van de gezondheidszorg. De verzamelde data zijn geanalyseerd met behulp van een gestructureerde inhoudsanalyse gedaan. Resultaten Er zijn drie factoren die in de late fase zorgen voor variatie tussen de consulten, dit zijn de aandoening, de patiënt en de arts. Deze factoren kunnen invloed hebben op wat er aan de orde komt (de inhoud), op hoe dit aan de orde komt (de vorm) en op de frequentie van de consulten. Vooropgesteld moet worden dat doordat elk consult verschilt, niet altijd alle factoren in één consult voor variatie zorgen. Dit hangt af van de gehele situatie. De inhoud kan zich, net als bij de vroege consulten, over drie terreinen verspreiden namelijk, het biomedische, psychosociale en maatschappelijke terrein. Wat betreft de vorm varieert de manier van praten. Het gaat dan om de woordkeus, de gesprekstechniek, de snelheid van praten en de hoeveelheid informatie die per consult wordt gegeven. De manier van praten is afhankelijk van de leeftijd van de patiënt, de intelligentie en de manier waarop de patiënt omgaat met zijn of haar ziekte. Duidelijk is dat geen van de drie factoren op zichzelf staat. Het is altijd een samenspel van verschillende factoren, waarbij de mate waarin een bepaalde factor voor variatie zorgt ook in ieder consult weer kan verschillen. Wel blijkt dat het samenspel tussen de arts als mens en de patiënt als mens voor de grootste variatie zorgt. Artsen geven aan dat zij ieder consult afstemmen op de behoeften van de patiënt zoals zij die inschatten en op basis daarvan het consult vorm en inhoud geven. Conclusie De variatie tussen consulten met chronisch zieken is groot, elk consult is anders. Door zich bewust te zijn van de factoren die kunnen variëren tussen consulten met chronisch zieken kunnen artsen zich beter voorbereiden op dergelijke consulten. Om er zeker van te zijn dat het ontwikkelde model breed geldig is, is kwantitatief vervolgonderzoek noodzakelijk. Op deze manier kan het model verder getoetst worden. 1 Pols J. De beroepsvoorbereiding van studenten geneeskunde. Verkenningen op het gebied van chronisch zieken. [proefschrift] Rijksuniversiteit Groningen, 2002.

Item Type: Thesis (Thesis)
Supervisor name: Pols, Dr. J. coördinator Wenckebach
Supervisor name: Westerman, Mw. dr. M.J. and Algemene gezondheidswetenschappen, VU Amsterdam
Faculty: Medical Sciences
Keywords: Chronisch Zieken, Arts-patient relatie, Consulten
Date Deposited: 25 Jun 2020 10:42
Last Modified: 25 Jun 2020 10:42
URI: https://umcg.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/376

Actions (login required)

View Item View Item