Javascript must be enabled for the correct page display
Faculty of Medical Sciences

Mechanismen die ten grondslag liggen aan spiervermoeidheid in mensen met incomplete dwarslaesie.

Meijering, D. (Danielle) (2015) Mechanismen die ten grondslag liggen aan spiervermoeidheid in mensen met incomplete dwarslaesie. thesis, Medicine.

[img] Text
MeijeringD.pdf
Restricted to Registered users only

Download (418kB)

Abstract

Bepalen van centrale en perifere mechanismen die ten grondslag liggen aan spiervermoeidheid in mensen met incomplete cervicale dwarslaesie en controle proefpersonen tijdens een vermoeiende handtaak; een gecombineerd elektrofysiologisch en neuroimaging onderzoek. Mensen met een motorisch incomplete dwarslaesie hebben gedeeltelijke controle over hun spieren. Hierdoor ervaren zij spierzwakte en spiervermoeidheid. Het doel van deze studie is om de spiervermoeidheid bij mensen met incomplete dwarslaesie te onderzoeken. Er wordt gekeken naar perifere en centrale componenten. Verder wordt gekeken of er veranderingen in corticale activiteit te zien zijn met behulp van fMRI. Een groep van 15 mensen met een incomplete cervicale dwarslaesie (ASIA C/D) werd vergeleken met 16 controle proefpersonen. Kracht, EMG en vrijwillige activatie (twitch interpolatie) werden gemeten terwijl de proefpersoon in de MRI scanner lag. Beide groepen leverden maximale kracht met de wijsvinger abductor (first dorsal interosseus = FDI). De eerste taak bestond uit kortdurende maximale vrijwillige contracties (MVC) om de maximale kracht te bepalen. Vervolgens leverden proefpersonen tijdens de vermoeiende taak twee minuten maximale kracht. De MVC van de SCI groep lag lager (20.89N) dan van de controle groep (35.72N). Tijdens de vermoeiende taak liet de SCI groep minder perifere vermoeidheid zien dan de controlegroep (p=0.01), maar meer centrale vermoeidheid (p=0.02). De SCI groep had een significant lagere vrijwillige activatie dan de controle groep (p=0.002). Er werd geen significant verschil gezien in corticale activiteit tussen de groepen gedurende de vermoeiende taak (p>0.05). Het verschil in perifere vermoeidheid kan worden verklaard doordat de SCI groep lagere krachten produceerde waardoor een betere doorbloeding van de spier mogelijk is en de spier minder vermoeid raakt. De lagere vrijwillige activatie van de SCI groep kan verklaard worden doordat zij nog maar gedeeltelijk controle hebben over hun spier. Tijdens een elektrische stimulatie wordt ook het deel van de spier geactiveerd waarover zij geen controle meer hebben. Hierdoor geeft de twitch interpolatie techniek een onderschatting van de vrijwillige activatie in de dwarslaesie groep. In de toekomst zou de twitch gecorrigeerd moeten worden voor het deel van de spier wat niet onder vrijwillige controle staat. People with motor incomplete spinal cord injury (SCI) only have partial control over their muscles and they experience muscle weakness. The aim of this project was to identify components of muscle fatigue; i.e. central and peripheral components. Furthermore we investigated cortical activity using fMRI. Fifteen people with incomplete cervical SCI (ASIA C/D) were compared to sixteen controls. Force, EMG and voluntary activation (twitch interpolation) were measured while the subject was in the MRI scanner. Participants produced maximal voluntary force (MVC) with their first dorsal interosseus muscle (FDI) to determine their maximal force. Further, they produced maximal force during a two-minute contraction. MVCs of controls were significant higher than MVCs of SCI participants (35.72N vs 20.89N). During the two-minute contraction the SCI group showed less peripheral fatigue (p=0.01), but more central fatigue (p=0.02). SCI participants showed a significant lower voluntary activation (p=0.002). There were no significant differences in cortical activation (p>0.05). The difference in peripheral fatigue can be explained by the difference in maximal force. Blood flow through the muscle is better maintained during low force contractions, resulting in less muscle fatigue. The lower voluntary activation of the SCI group can be explained by the technique of twitch interpolation. SCI subjects have only partial control of their muscles and therefore the interpolated twitches underestimate voluntary activation.

Item Type: Thesis (Thesis)
Supervisor name: Begeleider: and Zijdewind, Inge MCG and afdeling Neurowetenschappen – Medische Fysiologie
Faculty: Medical Sciences
Date Deposited: 25 Jun 2020 10:41
Last Modified: 25 Jun 2020 10:41
URI: https://umcg.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/308

Actions (login required)

View Item View Item