Javascript must be enabled for the correct page display
Faculty of Medical Sciences

De relatie tussen de neonatale cerebrale oxygenatie en de vroeg neonatale neurologische uitkomst bij kinderen met ductusafhankelijke congenitale hartafwijkingen

Feitsma, E. (Eline) (2016) De relatie tussen de neonatale cerebrale oxygenatie en de vroeg neonatale neurologische uitkomst bij kinderen met ductusafhankelijke congenitale hartafwijkingen. thesis, Medicine.

[img] Text
FeitsmaE.pdf
Restricted to Registered users only

Download (1MB)

Abstract

Introductie: Ongeveer vijf tot elf per 1,000 levende pasgeborenen komen ter wereld met een congenitale hartafwijking (CHD). Dankzij verbeterde zorg bereikt tegenwoordig ongeveer 85% van deze kinderen de volwassen leeftijd. Kinderen met CHD hebben echter een hoger risico op neurologische ontwikkelingsstoornissen als gevolg van een complexe interactie tussen pre-operatieve, intra-operatieve en postoperatieve gebeurtenissen. Mogelijk ontstaat hersenschade ten gevolge van chronische foetale en vroeg neonatale hypoxie of ischemie van het brein. Een niet-invasieve en continue manier om de saturatie in het hersenweefsel te meten is door middel van near-infrared spectroscopy (NIRS). Neurologische uitkomst kan voorspeld worden door de beoordeling van general movements (GMs). Dit zijn spontane bewegingen die door het hele lichaam gemaakt worden en zeer voorspellend zijn voor latere neurologische uitkomst. In dit onderzoek wordt een correlatie gezocht tussen de kwaliteit van GMs op een leeftijd van 7 dagen en de cerebrale oxygenatie tijdens de eerste zeven dagen postnataal bij kinderen met CHD. Methode: Kinderen met een antenataal bekende ductusafhankelijke CHD werden geïncludeerd en bij hen werd vervolgens gedurende de eerste zeven dagen de cerebrale oxygenatie door middel van NIRS gemeten. Op een leeftijd van 7 dagen werden de general movements gefilmd en vervolgens geanalyseerd. Resultaten: Achttien kinderen in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) werden geïncludeerd, waarvan er tien afwijkende GMs lieten zien. Er was geen relatie tussen de GMs bij zeven dagen en de cerebrale zuurstofsturatie in de eerste zeven dagen, ook niet na correctie voor de leeftijd waarop gefilmd werd. Discussie: In een vervolgstudie zouden meer kinderen geïncludeerd moeten worden om de resultaten sterker te maken, daarnaast zouden kinderen ook bij drie maanden nog gefilmd moeten worden voor GMs, omdat dit een duidelijkere voorspeller is voor latere neurologische uitkomst.

Item Type: Thesis (Thesis)
Supervisor name: Facultair begeleider: and Kooi, dr. E.M.W. and Beatrix Kinderziekenhuis, Neonatologie
Faculty: Medical Sciences
Date Deposited: 25 Jun 2020 11:03
Last Modified: 25 Jun 2020 11:03
URI: https://umcg.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/2266

Actions (login required)

View Item View Item