Yedema, A.R. (2004) Het ervaren curriculum van de medische vervolgopleidingen. thesis, Other studies (UMCG).
Text
Scriptie_Anna_Yedema.pdf Download (4MB) |
Abstract
Inleiding Tijdens een medische vervolgopleiding moeten arts-assistenten zich verschillende soorten kennis en vaardigheden eigen maken. Dit stelt hen in staat om uiteindelijk zelfstandig een beroep uit te oefenen. Een beroep bestaat uit een scala aan werkzaamheden: taken en activiteiten. Het ervaren curriculum van de medische vervolgopleidingen bestaat uit een weerspiegeling van de wijze waarop arts-assistenten hun onderwijsproces ervaren. Er bestaat de indruk dat de formele (georganiseerde) opleidingsactiviteiten vooral gericht zijn op medisch inhoudelijke taken en activiteiten. De andere taken en activiteiten lijken veelal op een informele (niet-georganiseerde) manier geleerd te worden. De onderzoeksvragen luiden: 1. Welke taken en activiteiten hebben arts-assistenten tijdens een medische vervolgopleiding? 2. Op welke manier – formeel en/of informeel – wordt het leerproces van deze taken en activiteiten ondersteund? Methode De gebruikte methoden zijn observaties, interviews, documentenanalyse, literatuurstudie en een enquête. Door middel van observaties en daaropvolgende interviews ontstaat een overzicht van taken en leerondersteuningen van arts-assistenten. Om een goede dekking van dit overzicht te krijgen is er gebruik gemaakt van triangulatie door middel van documentenonderzoek, literatuuronderzoek, deskundigen en een pilotstudie. Dit leverde een takenpakket op dat als basis dient voor de enquête. In de enquête zijn de taken onderverdeeld in zes clusters. Aan elke taak zijn twee vragen verbonden: A Hoe vaak voert u deze taak/activiteit uit? Met als antwoordmogelijkheden: dagelijks, wekelijks, maandelijks, jaarlijks of nooit. B Waar heeft u gebruik van gemaakt om deze taak/activiteit te leren uitvoeren? De zeven antwoordmogelijkheden zijn: ‘docentgebonden cursorisch onderwijs / terugkomdag’, ‘gestructureerde patiëntenbespreking’, ‘supervisie door supervisor / opleider’, ‘zelfstudie’, ‘vragen stellen en beantwoorden aan en van collega’s’, ‘de kunst afkijken’ en ‘door te doen (ervaren)’. De enquête is via de mail verstuurd naar alle arts-assistenten in de Onderwijs- en OpleidingsRegio Noord- en Oost-Nederland. Resultaten en conclusies De taken in de enquête worden vrijwel allemaal uitgevoerd door de arts-assistenten. Niet alle taken worden even frequent uitgevoerd. Er zijn twee taken die vrijwel nooit uitgevoerd worden, te weten ‘gesprekken voeren met patiënten over euthanasie’ en ‘lesgeven aan arts-assistenten’. De arts-assistenten hebben in de enquête aanvullingen gegeven op het takenpakket. Er zouden enkele aanpassingen gedaan kunnen worden om het takenpakket te verhelderen en te complementeren. Alle zeven leerondersteuningen worden door de arts-assistenten ervaren. De meest frequent ervaren leerondersteuning is ‘door te doen (ervaren)’ en de minst frequente ‘gestructureerde patiëntenbesprekingen’. Bij alle taken wordt een combinatie van formele leerondersteuning en informeel leren ervaren, waarbij de tendens is dat er vaker informeel leren wordt ervaren dan formele leerondersteuning. De indruk wordt bevestigd dat het cluster met de medisch inhoudelijke taken, het meest formeel wordt ondersteund. Met dit onderzoek wordt voor het eerst een systematische beschrijving gegeven van de taken en activiteiten van arts-assistenten. Daarnaast wordt een beter beeld verkregen van de ondersteuning die arts-assistenten krijgen om deze taken professioneel te leren uitvoeren. Het onderzoek levert hiermee informatie op die gebruikt kan worden bij de discussie over de inhoud en vormgeving van de medische vervolgopleidingen.
Item Type: | Thesis (Thesis) |
---|---|
Supervisor name: | Pols, dr. J. |
Supervisor name: | Toren, drs. G.G. |
Faculty: | Behavioural and Social Sciences |
Date Deposited: | 25 Jun 2020 10:49 |
Last Modified: | 25 Jun 2020 10:49 |
URI: | https://umcg.studenttheses.ub.rug.nl/id/eprint/1068 |
Actions (login required)
View Item |